baanloze
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- baan·lo·ze
Bijvoeglijk naamwoord
baanloze
- verbogen vorm van de stellende trap van baanloos
Gangbaarheid
- Het woord baanloze staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baanloze" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be