büttikovervleerhondje
- büt·ti·ko·ver·vleer·hond·je
het büttikovervleerhondje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord büttikovervleerhond
- Het woord 'büttikovervleerhondje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.