• IPA: (Hanoi) /ɓɔ35 ɣoj35/

bó gối

  1. op zijn hurken zitten
    Ngồi bó gối, lưng tựa vào vách. (Nguyên Hồng) – Op zijn hurken gezeten, met de rug tegen de holte.
  2. in de onmogelijkheid verkeren iets te doen

bó giò