bílí
Tsjechisch
Uitspraak
- IPA: /biːliː/
Woordafbreking
- bí·lí
Bijvoeglijk naamwoord
bílí
- nominatief bezield mannelijk meervoud van bílý
- vocatief bezield mannelijk meervoud van bílý
Werkwoord
bílí
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van bílit
- derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van bílit