• IPA: /biːliː/
  • bí·lí

bílí

  1. nominatief bezield mannelijk meervoud van bílý
  2. vocatief bezield mannelijk meervoud van bílý

bílí

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van bílit
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van bílit