Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • av·ver·ger
Naar frequentie 91887

Werkwoord

avverger

  1. tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van avverge

Zelfstandig naamwoord

avverger

  1. nominatief onbepaald mannelijk meervoud van avverge