• av·reist
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud avreist
o enkelvoud avreist
meervoud avreiste
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
avreiste

avreist

  1. afgereisd, vertrokken

avreist

  1. voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van avreise

avreist

  1. voltooid (verleden) deelwoord van avreise