Spaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • a·ve·riar·se
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
averiarse
averiaba
averiado
volledig

Werkwoord

averiarse

  1. wederkerend averij oplopen, beschadigd worden
Synoniemen

Verwijzingen