autosurf
- au·to·surf
vervoeging van |
---|
autosurfen |
autosurf
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autosurfen
- Ik autosurf.
- gebiedende wijs van autosurfen
- Autosurf!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autosurfen
- Autosurf je?
- Het woord autosurf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.