autocroste
- Geluid: autocroste (hulp, bestand)
- au·to·cros·te
vervoeging van |
---|
autocrossen |
autocroste
- enkelvoud verleden tijd van autocrossen
- Ik autocroste.
- Jij autocroste.
- Hij, zij, het autocroste.
- Ik autocroste.
- Het woord autocroste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.