autocrost
- au·to·crost
vervoeging van |
---|
autocrossen |
autocrost
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autocrossen
- Jij autocrost.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autocrossen
- Hij autocrost.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van autocrossen
- Autocrost!
- Het woord autocrost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.