• au·to·crost
vervoeging van
autocrossen

autocrost

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autocrossen
    • Jij autocrost. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van autocrossen
    • Hij autocrost. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van autocrossen
    • Autocrost!