authenticeerde
- au·then·ti·ceer·de
vervoeging van |
---|
authenticeren |
authenticeerde
- enkelvoud verleden tijd van authenticeren
- Ik authenticeerde.
- Jij authenticeerde.
- Hij, zij, het authenticeerde.
- Ik authenticeerde.
- Het woord authenticeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.