authenticeer
- au·then·ti·ceer
vervoeging van |
---|
authenticeren |
authenticeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van authenticeren
- Ik authenticeer.
- gebiedende wijs van authenticeren
- Authenticeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van authenticeren
- Authenticeer je?
- Het woord authenticeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.