Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·dio·fuck·ten

Werkwoord

vervoeging van
audiofucken

audiofuckten

  1. meervoud verleden tijd van audiofucken
    • Wij audiofuckten. 
    • Jullie audiofuckten. 
    • Zij audiofuckten. 

Gangbaarheid