attendeerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- at·ten·deer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
attenderen |
attendeerden
- meervoud verleden tijd van attenderen
- Wij attendeerden.
- Jullie attendeerden.
- Zij attendeerden.
- Wij attendeerden.
vervoeging van |
---|
attenderen |
attendeerden