aterrar
stamtijd | ||
---|---|---|
tegenw. tijd |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aterro | aterrava | aterrat |
1e vervoeging | volledig |
aterrar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
aterrar |
aterraba |
aterrado |
volledig |
aterrar
- landen (luchtvaart)
- beangstigen, angst aanjagen, angst inboezemen
- neerhalen, vernietigen
- bedekken met aarde