assest
- as·sest
vervoeging van |
---|
assessen |
assest
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assessen
- Jij assest.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van assessen
- Hij assest.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van assessen
- Assest!
- Het woord assest staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.