asfalteerden
- as·fal·teer·den
vervoeging van |
---|
asfalteren |
asfalteerden
- meervoud verleden tijd van asfalteren
- Wij asfalteerden.
- Jullie asfalteerden.
- Zij asfalteerden.
- Wij asfalteerden.
- Het woord asfalteerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.