arresteert
- Geluid: arresteert (hulp, bestand)
- ar·res·teert
vervoeging van |
---|
arresteren |
arresteert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van arresteren
- Jij arresteert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van arresteren
- Hij arresteert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van arresteren
- Arresteert!
- Het woord arresteert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.