Deens

Uitspraak
Woordafbreking
  • ar·kæo·logs
Woordherkomst en -opbouw
  • Deense zelfstandignaamwoordsvorm met het achtervoegsel -log en met de woorduitgang -s
Naar frequentie 171372

Zelfstandig naamwoord

arkæologs

  1. genitief onbepaald gemeenschappelijk geslacht enkelvoud van arkæolog