archi-
archi- [1]
- weinig gebruikt zie aarts-
- Het woord 'archi-' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
archi-
- (spreektaal) (gevolgd door een bijvoeglijk naamwoord) ontzettend
- «C'est archi-dégueulasse!»
- Dat is ontzettend smerig! [1]
- «C'est archi-dégueulasse!»