applaudisseert
- ap·plau·dis·seert
vervoeging van |
---|
applaudisseren |
applaudisseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van applaudisseren
- Jij applaudisseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van applaudisseren
- Hij applaudisseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van applaudisseren
- Applaudisseert!
- Het woord applaudisseert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.