anyway

  1. toch
    «Do take some more, we need to finish it anyway
    Neem gerust wat meer, we moeten het toch opmaken.
  2. in ieder geval
    «I don't think that's true. I haven't found any evidence, anyway
    Ik denk niet dat dat waar is. Ik heb er in ieder geval geen aanwijzingen voor gevonden.
  3. geeft een verandering van onderwerp aan: enfin, trouwens
    «I'll be ninety my next birthday, but Louella doesn't tell her age. Anyway, we 're going to have you and Cynthia up for supper.»
    Ik word negentig dit jaar, maar Louella wil niet zeggen hoe oud ze is. Trouwens, we willen jou en Cynthia te eten vragen.