antwoordden
- Geluid: antwoordden (hulp, bestand)
- ant·woord·den
vervoeging van |
---|
antwoorden |
antwoordden
- meervoud verleden tijd van antwoorden
- Wij antwoordden.
- Jullie antwoordden.
- Zij antwoordden.
- Wij antwoordden.
- Het woord antwoordden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.