antidateerde
- an·ti·da·teer·de
vervoeging van |
---|
antidateren |
antidateerde
- enkelvoud verleden tijd van antidateren
- Ik antidateerde.
- Jij antidateerde.
- Hij, zij, het antidateerde.
- Ik antidateerde.
- Het woord antidateerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.