• an·ti·bio·ti·ca·ku·ren

de antibioticakurenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord antibioticakuur
     Maar ondanks alle goedbedoelde adviezen en antibioticakuren blijven we in onze geliefde Alblasserwaard wonen.[1]
  1. Jan Klijn
    “Van regenwoud tot bergtop” (2020), KokBoekencentrum Uitgevers, ISBN 9789043535007