annualiseerde
- an·nu·a·li·seer·de
vervoeging van |
---|
annualiseren |
annualiseerde
- enkelvoud verleden tijd van annualiseren
- Ik annualiseerde.
- Jij annualiseerde.
- Hij, zij, het annualiseerde.
- Ik annualiseerde.
- Het woord annualiseerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.