• an·no·teert
vervoeging van
annoteren

annoteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annoteren
    • Jij annoteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van annoteren
    • Hij annoteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van annoteren
    • Annoteert!