animeer
- ani·meer
vervoeging van |
---|
animeren |
animeer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van animeren
- Ik animeer.
- gebiedende wijs van animeren
- Animeer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van animeren
- Animeer je?
- Het woord animeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.