• an·gre·pa
Naar frequentie zeldzaam

angrepa

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van angrep


  • an·gre·pa

angrepa

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast angripe, zie aldaar

angrepa

  1. nominatief bepaald onzijdig meervoud van angrep