amuseerden
- Geluid: amuseerden (hulp, bestand)
- amu·seer·den
vervoeging van |
---|
amuseren |
amuseerden
- meervoud verleden tijd van amuseren
- Wij amuseerden.
- Jullie amuseerden.
- Zij amuseerden.
- Wij amuseerden.
- Het woord amuseerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.