ammer
- am·mer
Naar frequentie | 36203 |
---|
ammer
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van amme
ammer
- nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van amme
- am·mer
Naar frequentie | 36711 |
---|
ammer
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van amme
ammer
- nominatief onbepaald mannelijk en vrouwelijk meervoud van amme
- am·mer
ammer
- nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van amme