amerikanische
- Geluid: amerikanische (hulp, bestand)
- IPA: / ameʀiˈkaːnɪʃə /
- ame·ri·ka·ni·sche
amerikanische
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch
amerikanische
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch
amerikanische
- onbepaald (zonder lidwoord) nominatief meervoud van amerikanisch
- amerikanische Holzfäller
Amerikaanse houthakkers
amerikanische
- onbepaald (zonder lidwoord) accusatief meervoud van amerikanisch
amerikanische
- bepaald nominatief mannelijk enkelvoud van amerikanisch
amerikanische
- bepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch
- die amerikanische Whiskysorte
de Amerikaanse whiskysoort
amerikanische
- bepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch
amerikanische
- bepaald nominatief onzijdig enkelvoud van amerikanisch
- das amerikanische Wirtschaftswunder
het Amerikaans economisch wonder
amerikanische
- bepaald accusatief onzijdig enkelvoud van amerikanisch
amerikanische
- onbepaald nominatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch
- eine amerikanische Großstadt
een Amerikaanse grote stad
amerikanische
- onbepaald accusatief vrouwelijk enkelvoud van amerikanisch