altereerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: altereerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- al·te·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
altereren |
altereerde
- enkelvoud verleden tijd van altereren
- Ik altereerde.
- Jij altereerde.
- Hij, zij, het altereerde.
- Ik altereerde.