alomtegenwoordige
- al·om·te·gen·woor·di·ge
alomtegenwoordige
- verbogen vorm van de stellende trap van alomtegenwoordig
- ▸ Beiden waren een opluchting, al was het maar omdat mijn alomtegenwoordige moeder dan even de kamer uit moest.[1]
- Het woord alomtegenwoordige staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Schildpadden tot in het oneindige” (2017), Gottmer , ISBN 9789025768652