alludeerde
- Geluid: alludeerde (hulp, bestand)
- al·lu·deer·de
vervoeging van |
---|
alluderen |
alludeerde
- enkelvoud verleden tijd van alluderen
- Ik alludeerde.
- Jij alludeerde.
- Hij, zij, het alludeerde.
- Ik alludeerde.
- Het woord alludeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.