Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·le·go·ri·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
allegoriseren

allegoriseerden

  1. meervoud verleden tijd van allegoriseren
    • Wij allegoriseerden. 
    • Jullie allegoriseerden. 
    • Zij allegoriseerden.