aligneer
- alig·neer
vervoeging van |
---|
aligneren |
aligneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aligneren
- Ik aligneer.
- gebiedende wijs van aligneren
- Aligneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aligneren
- Aligneer je?
- Het woord aligneer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.