alerteerde
- Geluid: alerteerde (hulp, bestand)
- aler·teer·de
vervoeging van |
---|
alerteren |
alerteerde
- enkelvoud verleden tijd van alerteren
- Ik alerteerde.
- Jij alerteerde.
- Hij, zij, het alerteerde.
- Ik alerteerde.
- Het woord alerteerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.