alegorizar
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
alegorizar |
alegorizaba |
alegorizado |
volledig |
alegorizar
- a·le·go·ri·zar
- onovergankelijk
- zich zinnebeeldig uitdrukken
- allegoriseren, als een allegorie voorstellen
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
alegorizar |
alegorizaba |
alegorizado |
volledig |
alegorizar