alcoholisten
- al·co·ho·lis·ten
de alcoholisten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord alcoholist
- ▸ Als ik niet beter zou weten, dan schaarde ik je bij de club van stiekeme sherryhappers. ’Ze scharrelde wat met haar hand tussen de vleeswaren. ‘Van die eenzame alcoholisten, weet je wel. ’Chantal grinnikte.[1]
- Het woord alcoholisten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.