alcoholiseert
- al·co·ho·li·seert
vervoeging van |
---|
alcoholiseren |
alcoholiseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alcoholiseren
- Jij alcoholiseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alcoholiseren
- Hij alcoholiseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van alcoholiseren
- Alcoholiseert!