• al·co·ho·li·seer
vervoeging van
alcoholiseren

alcoholiseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alcoholiseren
    • Ik alcoholiseer. 
  2. gebiedende wijs van alcoholiseren
    • Alcoholiseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alcoholiseren
    • Alcoholiseer je?