alcoholiseer
- al·co·ho·li·seer
vervoeging van |
---|
alcoholiseren |
alcoholiseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alcoholiseren
- Ik alcoholiseer.
- gebiedende wijs van alcoholiseren
- Alcoholiseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alcoholiseren
- Alcoholiseer je?