akonietjes
- Geluid: akonietjes (hulp, bestand)
- IPA: / akoˈnicəs / (4 lettergrepen)
- ako·niet·jes
- akonietje met uitgang -s
de akonietjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord akoniet
- meervoud van het zelfstandig naamwoord akonietje
- Zie hier het huisje reeds van Manus; wij nemen het binnenwegje tusschen bermen met hakhout, de akonietjes glinsteren er onder en het speenkruid met zijn donkere blaadjes als hartjes. [1]
- ↑ Looy, J. vanDe wonderlijke avonturen van Zebedeus. Nieuwste bijlagen. (1925) S.L. van Looy, Amsterdam; p. 173; geraadpleegd 2017-07-14