afvaag
- af·vaag
vervoeging van |
---|
afvagen |
afvaag
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afvagen
- ... dat ik afvaag.
- Het woord afvaag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
afvagen |
afvaag