afstorm

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afstorm    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·storm

Werkwoord

vervoeging van
afstormen

afstorm

1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afstormen
   

   • ... dat ik afstorm. 

Gangbaarheid

• Het woord afstorm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.