afstampten

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  afstampten    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• af·stamp·ten

Werkwoord

vervoeging van
afstampen

afstampten

1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van afstampen
   

   • ...dat wij afstampten. 
     
   • ...dat jullie afstampten. 
     
   • ...dat zij afstampten. 

Gangbaarheid

• Het woord 'afstampten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.