afseint
- af·seint
vervoeging van |
---|
afseinen |
afseint
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afseinen
- ... dat jij afseint.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afseinen
- ... dat hij afseint.
- Het woord 'afseint' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.