afschermde
- Geluid: afschermde (hulp, bestand)
- af·scherm·de
vervoeging van |
---|
afschermen |
afschermde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van afschermen
- ... dat ik afschermde.
- ... dat jij afschermde.
- ... dat hij, zij, het afschermde.
- ... dat ik afschermde.
- Het woord afschermde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.