afpeilt
- af·peilt
vervoeging van |
---|
afpeilen |
afpeilt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeilen
- ... dat jij afpeilt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpeilen
- ... dat hij afpeilt.
- Het woord afpeilt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.