Startpagina
Willekeurig
Aanmelden
Voorkeuren
Financieel bijdragen
Over WikiWoordenboek
Disclaimers
Zoeken
afpast
Taal
Volgen
Bewerken
Inhoud
1
Nederlands
1.1
Uitspraak
1.2
Woordafbreking
1.3
Werkwoord
Nederlands
Uitspraak
Geluid
:
afpast
(
hulp
,
bestand
)
Woordafbreking
af·past
Werkwoord
vervoeging van
afpassen
afpast
(in een bijzin)
tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
afpassen
... dat jij
afpast
.
(in een bijzin)
derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van
afpassen
... dat hij
afpast
.